Interieur

In het interieur verdienen de volgende elementen aandacht:

De Heilige Arke

Aan de oostelijke muur, richting Jeruzalem bevindt zich de kast waarin de thorarollen zijn geplaatst. Voor kastdeuren hangt een voorhangsel (parochet) dat herinnert aan het kleed dat in de tempel in Jeruzalem het Heilige der Heilige afsloot.

De Thorarollen

In de arke worden vier thorarollen bewaard. Elke rol bevat de handgeschreven tekst van de eerste vijf Bijbelboeken: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. De Aaltense thorarollen zijn niet ‘koosjer’, omdat ze in de oorlogsjaren uit de synagoge zijn verwijderd en elders ondergebracht, waardoor ze zijn ontwijd. Om elke rol bevindt zich een hoes (thoramantel), geschonken door een gemeentelid. Enkele rollen zijn ook van schilden en siertorens voorzien.

De Stenen Tafelen

Bovenop de Heilige Arke staat een afbeelding van de “Stenen Tafelen”, waarop na de Uittocht uit Egypte aan Mozes op de berg Sinaï de Tien Geboden werden gegeven.

De Neer-Tamiet

Voor de Heilige Arke hangt de Neer-Tamiet, een lamp, die altijd dient te branden, zolang de thorarollen in de Heilige Arke zijn.

De Menora

De zevenarmige kandelaar herinnert aan de menora die eerst in de tabernakel en later in de tempel in de Jeruzalem stond. Daar diende hij als verlichting in het heiligdom en moest dag en nacht blijven branden. Door zijn vorm en functie symboliseert hij het Licht en het Leven in de nabijheid van God.
Zie ook Ex. 25:31 – 40.  

De Chanoekia

De achtarmige kandelaar houdt direct verband met het Chanoekafeest, dat acht dagen duurt, vandaar de acht armen van de kandelaar. De chanoekia herinnert aan een gebeurtenis in de geschiedenis van het volk Israël. In het jaar 167 voor het begin van onze jaartelling, na de overwinning van de Maccabeeën op de Hellenistische koning Antiochus IV, die de tempel had ontwijd, wilde men bij de herinwijding de menora weer ontsteken, maar er was maar één kruikje met zuivere olie, waardoor de kandelaar niet langer dan één dag zijn licht zou kunnen verspreiden. Door een wonder bleef de menora echter acht dagen branden op dat ene kruikje olie. Sindsdien vieren de Joden elk jaar hun Chanoeka-feest, om de herinnering aan de herinwijding van de tempel levend te houden.

De bima

Precies in het midden van de synagoge staat de bima, een verhoging waar de chazzan (voorganger of cantor) tijdens de verschillende diensten op een melodiërende toon o.a. uit de Thora, de Psalmen of de Profeten leest. Tijdens het lezen wordt bijgewezen met een “jad”, een staafje met aan het eind een handje. Het woord jad betekent dan ook hand.

De vrouwengalerij

In orthodox-joodse gemeenten is het voorschrift dat de vrouwen afgezonderd van de mannen de dienst bijwonen. De mannen mogen niet worden afgeleid: hun aandacht dient geheel bij de dienst te worden bepaald.

Het mikwe

Achteraan in de hoek onder de vrouwengalerij vinden we het rituele bad (mikwe). Het maakte oorspronkelijk geen deel uit van de gebedsruimte. Langs het bad tot voorbij de trap liep vroeger een scheidingsmuur. Tijdens de restauratiewerkzaamheden in 1985 werd het bad herontdekt en het is op deze plaats gehandhaafd. Het gebruik van het bad, waarin men zich geheel moet onderdompelen, moet gezien worden als een symbolische reiniging. Het werd door vrouwen gebruikt als voorbereiding op het huwelijk en daarna na iedere maandelijkse periode. Ook mannen konden er gebruik van maken, maar dat is minder aan regels gebonden. Verder werd nieuw vaatwerk er in ondergedompeld om het “koosjer” (rein) te maken.

De vitrines

De vitrines beneden bevatten voorwerpen die te maken hebben met de Joodse eredienst en de gebruiken bij de viering van sjabbat en pesach.
De vitrines op de galerij hebben vooral betrekking op het lot van de Joden in de Tweede Wereldoorlog.

Het stukje ongepleisterde muur

De Hebreeuwse woorden onder het ongepleisterde stukje muur betekenen: “Ter herinnering aan de verwoesting…”. In het jaar 70 van onze jaartelling vond de verwoesting van de tempel in Jeruzalem plaats. Sindsdien wordt in vele synagogen op verschillende manieren zichtbaar gemaakt dat het gebouw niet af is, er ontbreekt iets. Het heeft dus een symbolische betekenis. Tisja be-av, de negende dag van de maand av, is een belangrijke dag in het Jodendom. Onder andere om deze verwoesting wordt gerouwd en gevast.

Het bordje met de Hebreeuwse letters rechts onder de trap

Het opschrift op het bordje onder de trap betekent “Onder voorbehoud”. Deze woorden wijzen erop dat de synagoge afgestaan, en daardoor ook voor andere doeleinden gebruikt mag worden, bv. exposities, lezingen e.d.