Levenslicht
Ieder jaar wordt rond 27 januari stilgestaan bij de slachtoffers van de Holocaust. Op 27 januari 2020 is het 75 jaar geleden dat concentratie- en vernietigingskamp Auschwitz, hét internationale symbool van de Holocaust, werd bevrijd. Om mensen in hun eigen gemeente te betrekken bij dit oorlogsverleden, is op verzoek van het Nationaal Comité 4 en 5 mei een tijdelijk lichtmonument ontworpen door kunstenaar en innovator Daan Roosegaarde: LEVENSLICHT.
Zie voor meer informatie over dit landelijke project: https://www.4en5mei.nl
Zondagavond 26 januari 2020 werd in Aalten één van de landelijke Lichtmonumenent ‘Levenslicht’ onthuld vóór de ingang van het Nationaal Onderduikmuseum. Ter gelegenheid daarvan werden door de heer Mak, secretaris van onze Stichting, de volgende woorden gesproken:
Gedachten bij het Lichtmonument
Stenen spelen vanouds in de cultuur van het volk Israël een belangrijke rol. De aartsvaders bouwden er altaren mee en tijdens markeringspunten in de geschiedenis werden ze als gedenkstenen opgestapeld, b.v. bij de overtocht over de Jordaan. Omdat stenen eeuwigheidswaarde symboliseren, in tegenstelling tot bloemen, hechten Joden er nog altijd waarde aan om bij een bezoek aan een graf een steentje achter te laten, als wil men ermee laten weten: je bent niet vergeten. Het pijnlijke van dit monument is dat de stenen die hier liggen niet op een graf gelegd zijn. De slachtoffers die zij willen herdenken zijn in verbrandingsovens vernietigd. In Aalten hebben we hun namen bewaard op Stolpersteine, gedenksteentjes voor de huizen waar ze gewoond hebben, en hun geschiedenissen achterhaald.
Zo denk ik bij dit monument aan het tragische lot van vader en zoon Mozes en Bernhard Cohen, ondergedoken maar verraden, aan Bertha Mathilde Lewy, als schoolkind uit Dortmund naar Nederland gevlucht, maar evenals haar ouders gedeporteerd omdat Aalten ‘Judenrein’ moest worden; aan Jacob en Jansje ten Bosch, de jonge ouders van een peuter, die in de onderduik op een ander adres werd ondergebracht, waardoor ze na de bevrijding alleen overbleef, omdat haar ouders verraden en vermoord waren; aan Arnold van Gelder, opgepakt en doodgebeuld in Mauthausen vanwege een sabotagedaad waar hij part noch deel aan had gehad; aan Johanna Cohen-Juchenheim en Elise van Gelder-Cohen, vanwege hun hoge leeftijd met een taxi naar Westerbork gebracht en vandaar verder afgevoerd in een veewagon; aan Joseph Backs, die vrijwillig naar Westerbork vertrok toen hij hoorde dat zijn verloofde Esther daar naar toe gebracht was; aan Frits Landau die de druk van het verblijf op een onderduikadres niet aankon en zich zo riskant ging gedragen dat hij de dood over zichzelf en zijn pasgetrouwde vrouw Amalia over zich afriep; aan Hendrik Jan Wiggers die onderdak bood aan de Joodse familie Meijler en bij een overval door de bezetters werd meegenomen, uit frustratie omdat zij de onderduikers niet konden vinden, maar die zelf nooit meer in zijn gezin is teruggekeerd …; aan de families Fuldauer, Goedhart, Schaap en de vele Van Gelders, aan Wijnand Adriesse en Cato Konijn, allemaal vermoord, alleen maar omdat ze Jood waren.
Laten we hen in eerbied blijven gedenken, zodat in elk geval hun namen kunnen voortleven, om wie ze waren en tevens als een blijvende waarschuwing voor het nageslacht.