Herplaatsing van de Stolpersteine bij Dijkstraat 10a op maandag 24 april 2023
Door Wim Mak
Dames en heren,
Hartelijk welkom bij deze sobere plechtigheid, die is georganiseerd als een herhaling van een eerdere steenlegging in groter verband.
Het is deze maand 7 jaar geleden dat we als bestuur van de Stichting Vrienden van de Aaltense Synagoge op deze plek drie Stolpersteine hebben gelegd. Deze gedenkstenen dienen om de herinnering levend te houden aan de bewoners van huizen, die vermoord zijn in vernietigingskampen om het simpele feit dat zijn Joden waren, of aan verzetshelden die hun leven hebben verloren als gevolg van hun inspanningen om hen te redden. Volgens een Joods gezegde leven zij voort, zolang hun namen niet vergeten zijn.
In de woning die hier aan de Dijkstraat 10a stond woonde het gezin van Levie en Jula van Gelder. Dat de struikelstenen in de afgelopen periode aan hun doel beantwoord hebben, in die zin dat ze werden opgemerkt, moge blijken uit het feit, dat er in de pers alarm geslagen werd toen ze plotseling verdwenen waren, omdat de woning van de familie van Gelder werd gesloopt en door een nieuw pand werd vervangen, waardoor ook het trottoir moest worden opengebroken. Voor dergelijke gevallen hadden we als bestuur ook afspraken gemaakt met de afdeling gemeentewerken van de gemeente Aalten. De Stolpersteine zouden in een periode van werkzaamheden zorgvuldig worden bewaard op de gemeentewerf. Dat is in dit geval ook gebeurd, dus de commotie bleek ongegrond, maar het incident bewees wel dat er aandacht voor de stenen was. En ook nu er een ander huis op dezelfde plek is verrezen, mag de herinnering aan de gedeporteerde bewoners, die nooit een grafsteen hebben gekregen, niet verloren gaan.
Vandaar dat we hier vanmiddag bijeen zijn om de Stolpersteine die hier lagen opnieuw te leggen, kleine monumentjes voor Levie en Jula van Gelder en hun zoon jongste zoon Arnold. Een oudere broer en zus hadden al voor de oorlog het ouderlijk huis verlaten, en daarom zijn hier geen stenen voor hen gelegd. In de volgende familiegeschiedenis zal ik ze wel even noemen.
Levie van Gelder, achterkleinzoon van Aron Gompert die in 1813 de achternaam Van Gelder aannam, was slager en woonde hier aan de Dijkstraat 10a, naast de vroegere huisvesting van de Aaltense Oudheidkamer, die later verhuisde naar de Markt en zich nu ontwikkeld heeft tot het Nationaal Onderduikmuseum.
Levie was in Aalten geboren op 15 oktober 1873 en op 22 november 1904 getrouwd met de uit Gemen (D) afkomstige Jula Landau, aldaar geboren op 29 oktober 1882.
Uit het huwelijk van Levie en Jula zijn drie kinderen geboren. Erich, geboren 18 november 1909, was ook slager. Hij verhuisde op 16 juni 1939 naar Apeldoorn, waar hij vermoedelijk werkzaam was in de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch, evenals zijn zus Julchen, geboren op 22 mei 1913. Het is niet onmogelijk, dat zij gedacht hebben daar veilig te zijn. Niets was minder waar. Psychiatrische patiënten waren in de ogen van de nazi’s Untermenschen en voor Joodse patiënten gold dat in verdubbelde mate. In de nacht van 21 op 22 januari 1943 overvielen de Duitsers het ziekenhuis en transporteerden de ruim 1200 patiënten rechtstreeks naar Auschwitz; 50 verpleegkundigen moesten mee. Vermoedelijk was Julchen een van hen, want zij is op 12 februari in Auschwitz vermoord. Het achterbleven personeel van Het Apeldoornsche Bosch is via Westerbork naar Polen gevoerd. Van Erich weten we dat hij op 31 december in Warschau is overleden.
Arnold, de jongste zoon van Levie en Jula, geboren op 23 november 1921, was het eerste Joodse slachtoffer van de naziterreur uit Aalten. Toen als represaille voor een sabotagedaad op 7 en 8 oktober 1941 in de Achterhoek Joden werden opgepakt, werd hij op transport gesteld naar Mauthausen, waar hij in een beruchte steengroeve werd afgebeuld. Alle jonge mannen die naar Mauthausen werden gedeporteerd waren binnen 6 weken dood, bezweken onder de zware lasten of doodgeschoten omdat ze niet hard genoeg meer konden werken. Zo ook Arnold, hij stierf er op 13 november 1941. Op een paar dagen na is hij 20 jaar geworden.
In de maand april 1943 werd door de Duitse bezetter bepaald dat Gelderland Judenrein moest worden. Alle nog overgebleven Joden moesten zich naar het doorgangskamp in Vught begeven; zieken en invaliden zouden worden opgehaald en naar Westerbork gebracht. Gehoor gevend aan deze oproep vertrokken Levie en Jula van Gelder, op 10 april 1943, dus nadat al hun kinderen al gedeporteerd waren, naar Vught. Er is veel gespeculeerd over de vraag waarom zij niet zijn ondergedoken, terwijl ze toch de grimmige aard van het naziregime hadden leren kennen. Waren ze murw van verdriet? Hoopten ze hun dierbaren in het oosten terug te zien?
Ze hebben deze vragen niet meer kunnen beantwoorden. Op 21 mei 1943 werden Levie (69) en Jula (60) in Sobibor vermoord.
De 3 stolpersteine werden vakkundig geplaatst door de gemeente Aalten
Tineke Ubbels zal nu het gedicht voordragen Klein monument van Anneke Hemrika, dat ook bij de eerste steenlegging geklonken heeft.
Gedicht bij Dijkstraat 10a (fam L. van Gelder) Klein monument Ik weet het wel – ik moet het maar vergeten; het is zo lang geleden en voorbij. Zij die ’t zeggen menen ’t goed met mij, maar het is of ik door slangen word gebeten. Heb ik niet – keer op keer – mezelf gedwongen, de nagels diep gedrongen in mijn huid?! Ik delf het onderspit en schreeuw het uit in duizend dromen, die aan scherven sprongen. Het leven heeft geen enkele kans geboden. De mazen van het veel te kleine net waren te nauw of al te druk bezet. Ze zijn vertrokken in een trein vol doden. Laat mij tot in de late nanacht spelen met woorden, groeiend tot een stil gedicht. Mijlen vanhier ontwaar ik hun gezicht en deel mijn tranen met ontelbaar velen. Voor allen die ik eenmaal heb gekend, die ik heb liefgehad, én om te overleven is dat wat nooit voorbijging neergeschreven. Aan hen draag ik het op, dit kleine monument. Uit: Klein monument van Anneke Hemrika Octavo, Bergen (N.H.), 1985. ISBN90-70805-07-3 (Dit gedicht is geschreven door Anneke Hemrika)
Foto’s Bart Willemsen