Johanna (Hännchen) Cohen-Juchenheim werd geboren op 24 januari 1858 in Neustadtgödens. Zij trouwde met de tien jaar jongere Bernhard Cohen (Kohn), die op 4 november 1868, eveneens in Neustadtgödens, geboren was. Bernhard was een broer van Moritz Cohen en van Elise van Gelder-Cohen, die vanuit hun geboorteplaats naar Aalten verhuisden, Elise door haar huwelijk met Philip van Gelder en Moritz vanwege het toenemende antisemitisme in Duitsland.
Uit het huwelijk van Johanna en Bernhard Cohen werd op 19 augustus 1895 een dochter geboren, Frieda Cohen (Kohn). Toen Bernhard op 67-jarige leeftijd in 1932 in Neustadtgödens stierf, was Frieda al weduwe. Haar man, Albert Oppenheim, was jong gestorven en Frieda bleef met twee kinderen, George en Helga, achter. Haar vader heeft haar, nog voordat hijzelf overleed, geadviseerd te hertrouwen met de weduwnaar Liepman Leezer.
Liepman Leezer was op 28 augustus 1884 in Onstwedde geboren. Uit zijn eerste huwelijk met Minchen Sechels (geboren op 24 juli 1885) waren zes kinderen geboren, waarvan de eerste, Hilda, jong overleed. Toen Minchen op 8 september 1931 stierf. kwam de zorg voor de andere kinderen (Emma, Mathilde, Bertha, Mijnhard en Louisa) op de handelsreiziger Liepman neer.
Het huwelijk van Liepman Leezer met Frieda Cohen werd voltrokken op 24 mei 1932 in Rüstingen (D). Met de zeven kinderen vestigden zij zich in Aalten, waarschijnlijk omdat daar ook Frieda’s zuster Elise en haar broer Moritz woonden. De oudste kinderen van Liepman gingen al spoedig het huis uit, Emma naar Assen, Mathilde en Bertha naar Amsterdam en Mijnhard eerst naar Apeldoorn, later naar Arnhem. Uit het huwelijk van Liepman en Frieda werd op 7 november 1935 nog een zoon geboren, die de naam Bernhard kreeg.
Op 28 december 1938 kwam moeder Johanna Cohen-Juchenheim bij haar dochter Frieda en schoonzoon Liepman inwonen. Zij verhuisden bij die gelegenheid naar een woning aan de Industriestraat 4. Deze woning bestaat niet meer; daarom wordt de gedenksteen voor Johanna voor de synagoge aangebracht.
Op 10 april 1943 gaf Johanna, inmiddels 85 jaar oud, gehoor aan de oproep om naar Kamp Vught te vertrekken. Via Westerbork is zij op transport gesteld naar Sobibor en daar meteen na aankomst op 14 mei 1943 vermoord.
Liepman en Frieda Leezer doken met hun jongste zoon Bernhard onder en overleefden de oorlog, evenals George en Helga Oppenheim die ondergedoken waren bij andere boerenfamilies. Mathilde Leezer vond, komende vanuit Amsterdam, eveneens een onderduikadres in Aalten, maar werd verraden en stierf op 27 augustus 1943 in Auschwitz.